De Wit beoordeelt het werk als snel, met hoge kwaliteit en, het belangrijkste, het bureau komt zijn afspraken na

De Wit beoordeelt het werk als snel, met hoge kwaliteit en, het belangrijkste, het bureau komt zijn afspraken na

Een checklist afwerken is zo gemakkelijk nog niet. Vaak zijn dergelijke lijsten complex en gedetailleerd, zeker als het gaat om zaken zoals de uitstoot van vervuilende stoffen. Vandaar dat NV Afvalzorg Holding van de diensten van Kuiper & Burger gebruik maakte. Arie de Wit is nog altijd blij met die beslissing. NV Afvalzorg Holding houdt zich voornamelijk bezig met, de naam zegt het al, afval. En wel de verwerking ervan. Arie de Wit, coördinator vergunningen bij het bedrijf, licht de activiteiten kort toe. “We hebben twee hoofdactiviteiten. Ten eerste doen we afvalverwerking, en dan doel ik op het storten van vooral bedrijfsafval. De tweede activiteit is het recyclen van afvalstoffen zoals bouw- en sloopafval. Zo krijgen we verontreinigde baggerspecie of grond aangeleverd. Die zuiveren we dan en brengen de grond opnieuw op de markt.”

Juiste partij op het juiste moment

In het verleden verrichtte Kuiper & Burger al het nodige werk voor Afvalzorg. Op verschillende locaties verleende het bureau zijn diensten, voornamelijk bij het aanvragen van vergunningen. Ook recent werd het bureau bij een project betrokken. Ditmaal ging het om de IPPC toets voor de percolaatwaterzuiveringsinstallatie op de stortlocatie Nauerna in Assendelft. “Onze installaties moeten aan Europese richtlijnen voldoen. Zo is voor de percolaatwaterzuiveringsinstallatie de IPPC richtlijn van toepassing. Deze gaat onder andere over het terugbrengen van de uitstoot van verontreinigde zaken zoals chemicaliën en stof.” Installaties die onder de IPPC richtlijn vallen moeten daar uiterlijk oktober 2007 aan voldoen. Om te kijken of de percolaatwaterzuiveringsinstallatie voldoet aan de IPPC, werd de hulp van Kuiper & Burger ingeschakeld. “Ze waren precies de juiste partij op het juiste moment”, aldus De Wit. “We hadden net een aanvraag gehad van Rijkswaterstaat om de toets te laten doen, en toen stonden ze al op de stoep.”

Weten wat je doet

Kuiper & Burger, vertegenwoordigd door Kristel Stassen, legde de bestaande installatie langs de eisen uit de richtlijn. “En dat is nog niet zo gemakkelijk”, zegt De Wit. “Die dingen zijn vaak erg gedetailleerd en complex. Maar soms bevatten ze ook zeer vage omschrijvingen. Je moet dus wel degelijk verstand van zaken hebben en precies weten waar je mee bezig bent.” De Wit is dan ook erg te spreken over de werkwijze en de resultaten die de keuze heeft opgeleverd. “De installatie is als het ware binnenstebuiten gekeerd. Ze wilden weten hoe het werkte, wat erin en eruit ging, of het een zuinige machine was, en noem maar op. Dat moest ook wel, want de richtlijn vraagt om allerlei specificaties van de installatie.”

Afspraken nakomen

De Wit beoordeelt het werk als snel, met hoge kwaliteit en, het belangrijkste, het bureau komt zijn afspraken na. “En dat is voor mij erg belangrijk. Vooral waar het gaat om vergunningen heb je te maken met andere verplichtingen die ook op tijd moeten worden nagekomen. Het is dan prettig als je op de professionaliteit van je partner kunt vertrouwen.”

Geen onnodig tijdverlies door op en neer bellen over wat nu precies waarmee bedoeld wordt. Dat is in een notendop het grote voordeel van Kuiper & Burger als het aan Rob Wiesehahn van Omya ligt. “We kunnen meteen door met ons eigen werk zodra we iets van Kuiper & Burger krijgen aangeleverd.”  Rob Wiesehahn heeft net de hoorn op de haak gelegd met Rijkswaterstaat. “Ze complimenteerden ons met het goede werk dat Kuiper & Burger verricht heeft voor de IPPC-richtlijn. Mooier kun je toch niet krijgen dacht ik!” Wiesehahn, safety, environment & security coördinator bij Omya Netherlands B.V. is blij dat hij ooit de keuze maakte om op milieugebied met het bureau samen te werken.

Complimenten

Omya is een op- en overslagbedrijf en producent van calciumcarbonaat. “Dat wordt uitsluitend gebruikt in de papierbranche als vulmiddel en coating”, licht Wiesehahn de activiteiten van zijn bedrijf toe. Het bedrijf heeft in Moerdijk een productielocatie waar zo’n 300.000 ton calciumcarbonaat wordt geproduceerd en zo’n 2 miljoen ton calciumcarbonaat slurry wordt doorgezet. Kuiper & Burger kwam bij Omya in beeld toen Wiesehahn daar ging werken. “Ik heb zelf een milieukundige achtergrond en kende hun naam al. Via een ander bedrijf zijn we toen in contact gekomen met Kuiper & Burger, die toen nog via een intermediair werkten. Dat bedrijf is destijds weggevallen, en toen hebben we direct met hen contact gezocht.” Het bureau verricht voor Omya verscheidene diensten op milieuvlak. “Enige tijd geleden wilde we een MER-procedure starten. Dat ging uiteindelijk niet door, maar de samenwerking verliep toen al zo goed, dat we ze hebben gevraagd om de verplichtingen omtrent de IPPC-richtlijn voor ons te regelen.” Wiesehahn ontving over die rapportage niet alleen van Rijkswaterstaat een compliment over het geleverde werk, maar ook van de Provincie zelf. “Daarnaast hebben ze ook voor de aanvraag van een revisievergunning ons bedrijf getoetst aan het Besluit luchtkwaliteit en zijn ze een klankbord bij lastigere vraagstukken.”

Kwaliteit staat op één

De belangrijkste reden om te werken met Kuiper & Burger vindt Wiesehahn de kwaliteit die het bureau levert. “Snelheid maakt in onze tak van sport niet zoveel uit. Je hebt toch te maken met langdurige vergunningtrajecten. Dan is het belangrijker dat iets goed gebeurt, dan snel. Nu is het zo dat wanneer Kuiper & Burger met een stuk komt, wij meteen kunnen doorgaan met ons eigen werk. Er hoeft niet op en neer gebeld te worden over die rapporten. Ze zijn helder, duidelijk en grondig opgesteld.” Ondanks dat snelheid niet het hoogste goed is, is Wiesehahn er wel over te spreken bij Kuiper & Burger. “Ze zijn relatief sneller en effectiever dan grotere bureaus. Die schakelen vaak wat langzamer, en ze zijn wat onpersoonlijker. Dat trekt me ook in Kuiper & Burger, dat persoonlijk contact. Vaak is degene die je aanvankelijk aan de lijn krijgt, ook je contactpersoon in de rest van de procedure. Dat is prettig.”

Zo lang Wiesehahn de beslissing binnen Omya neemt wie in te huren voor milieuvraagstukken, dan blijft het wat hem betreft dus Kuiper & Burger. “Ik ken eigenlijk geen ander bureau dat het werk beter zou kunnen.”

Als Kuiper & Burger zijn mensen naar een opdrachtgever stuurt, kan het bedrijf bogen op de verschillende vaardigheden van zijn medewerkers. Zo is ook Jon Dekker van de provincie Noord-Holland zeer te spreken over de wijze waarop men weet te switchen tussen de verschillende onderwerpen die op zijn afdeling spelen.  Jon Dekker, kwaliteitscoördinator bij de Directie SHV (Subsidies, Handhaving Vergunningen) van de provincie Noord-Holland, werkt al geruime tijd samen met Taco Kuiper van Kuiper & Burger. De afdeling waar Dekker werkt, verleent ondermeer vergunningen op milieugebied en houdt zich bezig met de handhaving van milieuwetgeving. “We hebben voorheen intensief met elkaar samengewerkt op het gebied van ISO-certificeringen. Het ging er dan vooral om de provincie klaar te stomen voor ISO 9001-2000. Dat project is een groot succes gebleken, onder meer door de samenwerking met Kuiper & Burger.”

Naslagwerk

Vandaar dat de keuze voor een nieuw project bijna vanzelf op dit bureau is gevallen. “We hebben wel meerdere partijen uitgenodigd om mee te praten, maar toen we hoorden dat Kuiper & Burger snel mensen kon leveren, zijn we daar meteen op ingesprongen. We weten dat we dan kwaliteit in huis nemen”, licht Dekker zijn keuze toe. Het project waar het bureau zich bij de provincie mee bezig hield, bestond eruit procesbeschrijvingen te maken voor de vergunningverleningstak. “Je hebt bijvoorbeeld te maken met onderwerpen als grondwater, wegen en vaarwegen. Het werkt dan als volgt: Eerst komt een aanvraag binnen, dan wordt een ontwerpbeschikking voorgelegd aan verschillende belanghebbenden die elk inspraak kunnen leveren. In de laatste fase wordt er een definitieve beschikking van gemaakt. Kuiper & Burger heeft een soort procesbeschrijving gemaakt van dat hele traject. Daar staat in wat je allemaal nodig hebt, beheersmaatregelen zoals checklists en procedureformulieren, plus eventuele risico’s die je loopt. De vergunningverlener weet dan precies wat hij in welke fase moet doen. Het is dus te gebruiken als een soort naslagwerk.”

Switchen

Dekker is tevreden met het werk dat Kuiper & Burger heeft verricht. “Erg tevreden zelfs. Ze leverden snel en goed werk, en stuurden bovendien iemand die niet bang was zelf initiatief te nemen, met een hands-on mentaliteit. Ze ging al meteen aan de slag met taakverdelingen. Verder scheelde het veel tijd dat de dame in kwestie (Willemijn Noordoven) het systeem waarmee wij werken zeer snel onder de knie had. Dat is wel eens anders.” Eén van de belangrijkste voordelen vond Dekker dat Kuiper & Burger snel kon schakelen tussen de verschillende onderwerpen die speelden op de afdeling. “Wegen zijn weer iets totaal anders dan grondwater. Er werd snel en goed geswitcht tussen de onderwerpen en de kennis erover was bovendien ook aanwezig. Dat scheelt je veel tijd.”

ISO-werkgroep

Kuiper & Burger deed ten tijde van de samenstelling van de procesbeschrijving, eveneens een duit in het zakje van de ISO-werkgroep die op dat moment actief was. “Daar zaten ze ook in. Ze leverden een grote bijdrage aan allerlei actielijsten en checklists, waardoor het bij ons duidelijker werd wat er nog op de afdeling gedaan moest worden. Op die manier hebben we ons een hoop dubbel werk bespaard”, zegt Dekker.

“Ze zijn zeer professioneel. Een uitgebreide uitleg en constant over hun schouders meekijken is niet nodig. Ze weten wat ze doen, en dat maakt het voor ons gemakkelijker om met andere zaken bezig te zijn”.

De bestaande Wm- en WVO-vergunningen stonden op het punt te verlopen. Snelheid was derhalve geboden voor recycler Sita om te zorgen voor een nieuwe aanvraag. “Dat is een van de redenen geweest dat we bij Kuiper & Burger zijn uitgekomen”, zegt Jan Eijkemans. Jan Eijkemans is districts- /BU KMV-manager, bij Sita Recycling Services. Op het moment dat hij de vergunningaanvragen wilde verzorgen van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren liet zijn agenda het niet toe dat op korte termijn te doen. “We hadden toen snel een derde partij nodig die deze werkzaamheden kon verzorgen. Normaal gesproken doen we dat soort dingen namelijk via onze eigen afdeling. Die had echter te kampen met drukte. Ik ben toen te rade gegaan binnen het bedrijf en hoorde al snel de naam Kuiper & Burger vallen, waar eerder projecten mee waren gedaan. De zaak was toen snel beklonken.”

Vinger aan de pols

Sita Recycling Services houdt zich bezig met inzameling en verwerking van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval. “We zijn mede-marktleider op dat gebied. Bij gevaarlijk afval kun je denken aan chemicaliën, bij niet-gevaarlijk afval aan papier, kunststof en karton. Sita verzamelt dat, slaat het op en verwerkt het. Dat gebeurt soms door export naar het buitenland”, legt Eijkemans de activiteiten van het bedrijf uit. In opdracht van de gemeente Gemert-Bakel exploiteert Sita onder andere de milieustraat aldaar. “En daarvoor was een nieuwe aanvraag Wet milieubeheer en Wet verontreiniging oppervlaktewateren nodig. We hebben eerst gekeken naar wat we precies wilden uitbesteden en wie daarvoor in aanmerking kwam. Kuiper & Burger werd al snel als goede mogelijkheid genoemd, niet alleen vanwege de goede samenwerking in het verleden maar ook vanwege de snelheid en professionaliteit waar ze bij mijn collega’s om bekend staan.” Beide eigenschappen waren in dit geval noodzakelijk, want het aanvragen van vergunningen gaat niet altijd goed. “Het is vaak afhankelijk van de grillen van degene bij wie de aanvraag op het bureau belandt. Maar Kristel Stassen heeft prima werk geleverd. De aanvraag was correct opgesteld en voorzien van voldoende bijlagen. Als dat niet zo is, wordt zo’n aanvraag een extra tijdrovende gebeurtenis.” Stassen zorgde voor Sita dus voor een tijdige afhandeling en ze deed dat op een nette manier. “Ook in perioden dat het wat stiller was rond de aanvraag zocht zij altijd actief contact met de provincie, of met ons, om te vragen hoe de zaken ervoor stonden. Ze hield goed de vinger aan de pols”, blikt Eijkemans terug. Het resultaat is dat de definitieve beschikking er nu is gekomen.

Professioneel

Het goede aan de samenwerking met het ingenieursbureau vond Eijkemans dat de medewerkers weten waar ze over praten. “Ze zijn zeer professioneel. Een uitgebreide uitleg en constant over hun schouders meekijken is niet nodig. Ze weten wat ze doen, en dat maakt het voor ons gemakkelijker om met andere zaken bezig te zijn.” Eijkemans is dus een tevreden man. “Zeker. Ik heb dan ook onlangs een aanvraag van een andere gemeente naar Kuiper & Burger doorgestuurd. Zonder de goede ervaring die ik met hen heb opgedaan, zou ik dat uiteraard niet gedaan hebben.”

Op 13 september 2007 vond op luchthaven Schiphol het jaarlijkse Safety Event van het Veiligheidsplatform Schiphol (VpS) plaats. In het VpS werken alle partijen en bedrijven die te maken hebben met het luchtvaartproces op Schiphol met elkaar samen met als doel de veiligheid op Schiphol te garanderen en continu verder te verbeteren. Dit wordt gedaan aan de hand van de verschillende veiligheidsmanagementsystemen van de deelnemende organisaties. Het VpS onderzoekt de raakvlakken tussen deze systemen en spoort op deze wijze eventuele zwakke schakels op het gebied van veiligheid in de keten van het luchtvaartproces op. Door het VpS worden o.a. incidenten onderzocht en gezamenlijk besproken, worden trainingen georganiseerd en wordt jaarlijks een jaarplan opgesteld voor de activiteiten die in het komende jaar zullen plaatsvinden. Het organiseren van een jaarlijks Safety Event maakt deel uit van deze activiteiten.

Een van de deelnemende bedrijven in het VpS is Aircraft Fuel Supply BV (AFS), dat de kerosine levert aan het luchtvaartverkeer op Schiphol via de tankdiensten die feitelijk de vliegtuigen tanken. AFS is de eigenaar van de vaste brandstofinfrastructuur (opslagtanks, tankautolaadplaatsen en ondergrondse brandstofleidingen). Kuiper & Burger Milieumanagement BV is al enkele jaren adviseur van AFS op het gebied van milieu en veiligheid. In dit kader heeft AFS Kuiper & Burger verzocht namens haar een stand te bemannen op het Safety Event, waar AFS haar activiteiten op het gebied van veiligheid in het afgelopen jaar zou presenteren. Deze activiteiten betreffen een aantal veiligheidsstudies en werkzaamheden op het gebied van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen 1999:

  • Tripod® Beta studie naar een tweetal hydrantincidenten,
  • Tripod® Beta studie naar een incident met een damwand,
  • Gap analysis en een Faulttree analysis van een incident met een hydrantputdeksel,
  • Bow Tie analysis van de situatie op het tankautolaadperron,
  • Opstellen van een veiligheidsrapport i.h.k.v. de Wm en de BRZO’99,
  • Uitvoeren van interne veiligheidsaudits en interne verbetering aan de hand van de resultaten,
  • Actualiseren van het Veiligheidsbeheerssysteem (BRZO’99, interne procedures, beheersing veiligheidsaspecten en formuleren veiligheidsbeleid en doelstellingen).

Kuiper & Burger heeft AFS ondersteund bij het uitvoeren van de bovengenoemde werkzaamheden op het gebied van veiligheid, in het geval van de Tripod® Beta studies in nauwe samenwerking met TNO Safety Solutions BV (TNO SSC BV). Tijdens het VpS Safety Event heeft Kuiper & Burger namens AFS deze werkzaamheden aan de deelnemende partijen gepresenteerd. Wanneer u meer wilt weten over de dienstverlening die Kuiper & Burger u kan bieden op het gebied van veiligheid en incidentenanalyses, dan kunt u contact opnemen met dhr. ir. M.H. van de Pavoordt via telefoonnummer 085 044 2600.

Hij werkt al jaren met hen samen. Dus toen de vraag voor een 3D-visualisatie van een afvalrecyclinglocatie opkwam was de keuze voor Comedia3D snel gemaakt.

“Ik ken Taco Kuiper en Marco van de Pavoordt van Kuiper & Burger al lange tijd. Ze kennen mijn werk en weten dat ik goede resultaten lever. Dat komt hun service uiteindelijk ook weer ten goede”, zegt directeur Steven Reijners. Hij heeft zelf het bedrijf Comedia3D in 1992 opgericht. “Mijn achtergrond ligt in de bouwkunde; ik heb aan de TU in Delft gestudeerd.” Het bedrijf van Reijners houdt zich bezig met het maken van 3D-visualisaties en illustraties voor de bouwkundige en civieltechnische wereld. “Van een idee dat nog maar net uitgewerkt is, of dat op een bierviltje staat, maken wij een uitgewerkt plaatje. In de conceptfase is dat van groot belang voor bijvoorbeeld de architect, maar ook voor politieke beslissers en burgers.” Comedia3D opereert vooral in de grotere utiliteitsbouw, zoals stadions, kantoren, de gezondheidszorg en parkeergarages.

Beeldvorming

Voor Kuiper Kuiper & Burger heeft Reijners onlangs verschillende opdrachten uitgevoerd. “Mijn expertise ligt voor het ingenieursbureau in de afvalrecycling. Daarom ben ik door Marco en Taco gevraagd om een visualisatie te maken van het bedrijfsterrein van GP Groot Alkmaar, een stortplaats en de locatie voor recycling. Die stort is een langzaam aflopende zaak. Voor die locatie komt namelijk een landschapsplan. Daarvoor heb ik een visualisatie gemaakt en ook een groot aantal foto’s genomen van hoe de locatie er op dit moment nog bij ligt. De ontwerpen kunnen vervolgens in de foto’s worden ingepast, met behulp van bepaalde technieken.” De visualisatie heeft enorm geholpen bij het verkrijgen van de vrijstelling van het bestemmingsplan. Maar er zijn meer zaken die door Reijners een gunstig verloop hebben gekregen. “Het 3D-model is ook gebruikt voor volumeberekening van de stortplaats. We hebben het model dus als het ware als ontwikkelingstool gebruikt. Dat vond men bij Kuiper & Burger erg handig, want eerst werden al die berekeningen met de hand gedaan.” Vervolgens ging Reijners aan de slag met de visualisatie van het nieuw in te richten terrein. “Door foto’s van de bestaande situatie als uitgangspunt te nemen en daar de zaken in te plaatsen die nog zouden worden gebouwd, ontstaat een beeld dat voor politieke beslissers, zoals de gemeente, erg nuttig kan zijn. Bovendien kunnen ook burgers zich een beter beeld vormen van wat er bij hen om de hoek staat te gebeuren.”

Positieve feedback

De feedback op het project in Alkmaar was positief. Reijners. “Ze waren erg tevreden. Iedere fase is zorgvuldig met Kuiper & Burger afgestemd en eventueel aangepast. In het bijzonder de volumeberekening die we hebben gemaakt kon zich in hun steun verheugen”, aldus een opgetogen Reijnders. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er een vervolgproject kwam. “Ik heb een visualisatie gemaakt van de nieuwe afvalverbrandingslijn van de HVC in Dordrecht.” Daarvoor maakte Reijners ook weer foto’s van de bestaande situatie die met ontwerpen werden verenigd om zo een beeld van de toekomst te krijgen. “Die plaatjes zijn gebruikt in het MER en de milieuvergunningsaanvraag.”

Kracht door samenwerking

De samenwerking met Kuiper & Burger is essentieel. “Zij kennen de klant en weten precies wat de bedoeling is. Zij kunnen dat goed aan mij overdragen, omdat zij weer weten wat ik aan informatie nodig heb voor het maken van de 3D-visualisaties. Hierdoor kan hun klant snel en goed geholpen worden, zonder deze daar tijd en moeite in hoeft te steken.”

De Brug Projecten BV heeft als core business het herontwikkelen van locaties. Zo ook de bedrijfsverplaatsing van tuincentrum Calkhoven te Nijverdal dat door een economisch ongunstige ligging naar een beter bereikbare locatie wenst te verhuizen.

Aan het woord is ing. A.J. Kleinjan, directeur van De Brug Projecten BV. “We zijn nu zo’n 2½ tot 3 jaar met het project Calkhoven in de weer. Voor het tuincentrum is een nieuwe locatie gezocht én gevonden. Echter om de bedrijfsverplaatsing haalbaar te maken is woningbouw op de huidige locatie noodzakelijk. Die locatie is erg gewild als woonlocatie want hij grenst aan het fraaie riviertje de Regge. We hebben het totale plan van bedrijfsverplaatsing als praatstuk bij de gemeente neergelegd. Daar is 2 jaar over gepraat. De gemeente wil het plan in hoofdzaak niet accepteren omdat de locatie naast een bedrijf ligt dat een milieucirkel zou hebben. Omdat de gemeente hiervoor tot nog toe geen goede argumenten overlegde hebben we deskundige hulp gezocht. Via een adviseur kwamen we op het spoor van Kuiper & Burger.”

Positieve wending

De Brug Projecten BV verstrekte – in samenspraak met de eigenaar van tuincentrum Calkhoven – aan Kuiper & Burger de opdracht om een, voor zowel burgemeester en wethouders als de gemeenteraad, verhelderend stuk op te stellen. “Immers, voor de tweede maal dreigde B en W ons plan van tafel te vegen. Door de rapportage van Kuiper en Burger heeft het hele proces een positieve wending genomen. De gemeente kijkt nu voor de derde keer naar ons plan en beraadt zich over wat nu daadwerkelijk wél en niet mogelijk is. Ik ben er van overtuigd dat we mede door de inbreng van Kuiper & Burger uiteindelijk onze plannen kunnen verwezenlijken.” aldus de heer Kleinjan.

Aan het woord is de heer Jelte Klokman, hoofd afdeling Afval van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam. De afdeling Afval houdt zich bezig met de uitvoering van milieuwetgeving. In naam van de Provincie Noord-Holland worden vergunningen verleend, en worden de bedrijven die binnen de gemeente Amsterdam afval bewerken of verwerken gecontroleerd.

Commissie van Traa

“Het is al weer enkele jaren geleden dat de door de Tweede Kamer ingestelde Commissie van Traa constateerde dat Nederland op een aantal punten risico’s liep. Criminele organisaties zouden invloed kunnen hebben op allerlei maatschappelijke activiteiten. Daarbij had de Commissie tevens aangegeven dat voor criminele partijen ‘afval’ een interessante sector zou kunnen zijn. Ook grote steden, waaronder Amsterdam, vormden de risicogebieden. Deze constatering was voor het gemeentebestuur aanleiding om aan de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) opdracht te geven de risico’s rond afvalstromen in beeld te brengen.”

Pilot-project

“Deze opdracht heeft er in 2001 toe geleid dat wij ons bij circa 10 afvalstromen hebben afgevraagd of de overheid wel voldoende zicht op eventuele malversaties kon hebben. Vervolgens zijn drie pilot-projecten geïnitieerd: ‘baggerspecie’, ‘autobanden’, en ‘bouw- en sloopafval’. Daarbij richtte de laatste pilot zich vooral op het met asbest verontreinigd bouw- en sloopafval. Enerzijds omdat we met asbest belangrijke risico’s lopen, en anderzijds omdat onvoldoende over die afvalstroom bekend was. Om de drie pilots uit te voeren beschikte onze afdeling wel over voldoende kennis en ervaring. Maar het ontbrak ons aan capaciteit om dit, naast onze generieke werkzaamheden, binnen de gestelde periode te volbrengen. Daarop hebben we een aantal bureaus laten offreren en uiteindelijk is het tot een samenwerking met Kuiper & Burger gekomen.”

Stadsdeelraden

“In 2003 is het pilot-project gestart. Samen met Kuiper & Burger is de regelgeving rond sloopactiviteiten geïnventariseerd: hoe daarmee werd omgegaan en hoe er mee omgegaan zou moeten worden; wie er in de keten een rol speelden en wat die rol zou moeten zijn; etc. Vervolgens zijn Stadsdeelraden benaderd en is hen gevraagd om inzicht te geven in hun administraties betreffende sloopvergunningen. Bij een tiental sloopprojecten is in detail bekeken wat er in de sloopvergunning vermeld stond. Bijvoorbeeld of vermeld was dat er sprake was van asbest en zo ja: hoeveel; hoe het werd afgevoerd; naar welke bedrijven dat gebeurde; of het bij de provincie was gemeld; etc. Ook is gekeken of de vooraf opgegeven hoeveelheden overeenkwamen met de uiteindelijk verwerkte hoeveelheden. Bij de aangetroffen verschillen is onderzocht wat daarvan de oorzaak was. Om deze informatie boven de tafel te krijgen is Kuiper & Burger een aantal keren met onze inspecteurs meegegaan. Ook heeft Kuiper & Burger zelfstandig met de Stadsdeelraden overlegd en op basis van alle aangeleverde informatie is door hen desk-research verricht.”

Tijd en geld

“Het pilot-project betrof zowel grote solowerken zoals de sloop van grote kantoorgebouwen, als kleine projecten zoals afzonderlijke woningen. Er is vooral gezocht waar de lekken zitten: waar het materiaal uit de keten verdwijnt. Een belangrijke oorzaak van de gevonden lekken ligt op het bestuurlijk vlak. Tussen de stadsdeelraden bleek er een flink verschil te zijn tussen leges en proceduretijd. Gevolg is dat het bij grote sloopwerken in de regel wèl goed gaat. Het probleem zit bij de kleine sloopwerken waar leges en vergunningprocedures veel meer invloed hebben. Grote sloopwerken worden maanden of soms zelfs jaren tevoren voorzien, waardoor vergunningprocedures kunnen worden ingepland. Maar het afbreken van een schuurtje met golfplatendak is veelal een ad-hoc beslissing waarvoor men niet bereid is relatief hoge leges te betalen en twee of drie maanden op een sloopvergunning te wachten.”

Communicatie

“Een ander aandachtspunt dat door de pilot aan het licht kwam was de manco in communicatie binnen de keten. Vaak wordt bij sloopwerk wèl aan de arbeidsinspectie gemeld dat asbest verwijderd wordt, maar vervolgens komt die melding niet altijd terecht bij de controlerende instantie zoals de DMB. Overigens is die melding niet verplicht, maar het vereenvoudigt wèl de controle. We hebben dus ook onderzocht in hoeverre die communicatie tot stand gebracht kan worden. Met gebruik van internet blijkt die communicatie eenvoudig te kunnen verlopen.”

Het vervolg

“Inmiddels heeft Kuiper & Burger de asbeststudie gepresenteerd en wordt het rapport aan de milieudriehoek (wethouder, Openbaar Ministerie, politie) voorgelegd. Landelijk is voor 2004 en 2005 een nieuw asbest-project benoemd dat Dienst Milieu en Bouwtoezicht als vertegenwoordiger van de VNG gaat trekken. Bij dit project van het Landelijk Overleg Milieuhandhaving wordt gekeken of we met de opgedane ervaring voor de handhavers van gemeenten en provincies tot een standaard aanpak kunnen komen. Dit betekent: procedures gelijkstemmen; leges gelijktrekken; formulieren verbeteren zodat beter blijkt om welke hoeveelheden asbest het gaat; etc. En overleg met de andere overheidsinstanties zodat wanneer daar een sloop wordt aangemeld wij dat ook weten. Hierdoor kan de handhavingstaak beter worden uitgevoerd.

Conclusie

“Binnen Amsterdam geeft de pilot zicht op goede resultaten. De aandachtspunten zijn in beeld gebracht en er is een goede samenwerking tussen de handhavingspartners. De conclusie van de pilot is dat er slechts sprake is van gerommel op kleine schaal. Misstanden waarbij op grote schaal partijen in de fout gaan hebben wij niet kunnen constateren.” aldus de heer Jelte Klokman.

Met een herziening van de milieuvergunning kon de nieuwe poedercoatinstallatie bij CSi versneld in gebruik worden genomen. “Het is handig als je niet zelf met de overheid hoeft te communiceren en onderhandelen.” CSi industries B.V. is een bedrijf dat buiten het gezichtsveld van consumenten werkt. Toch levert het een belangrijke bijdrage aan het tijdig beschikbaar zijn van consumentenartikelen in winkel of supermarkt. Het bedrijf zorgt er namelijk voor dat producenten hun goederen snel en effectief ter plaatse hebben. CSi levert hiertoe uiteenlopende producten, van interne transportsystemen tot inpak- en palletiseeroplossingen. Veel producenten van bekende consumentenmerken zijn klant van CSi.

Het bedrijf komt voort uit het Stork-concern. Sinds 1 januari 2001 staat het op eigen benen. Deze verandering leidde tot tal van aanpassingen in het bedrijfsproces op de huidige locatie. Nadat veel van die veranderingen waren afgerond of in gang gezet werd het tijd voor een revisering van de milieuvergunning. Henk Meeuwissen, Human Resources Manager en KAM Coördinator bij het bedrijf was verantwoordelijk voor het traject. Een verantwoordelijkheid die hij besloot te delen met Kuiper & Burger.

Logische keus

Het benaderen van Kuiper & Burger voor de samenwerking lag min of meer voor de hand. Meeuwissen daarover: “Kuiper & Burger had ooit, maar dat was voordat de milieuzaken van CSi onder mijn verantwoordelijkheid vielen, ons bedrijf bijgestaan met bodemonderzoeken. Het was mede daarom een logische keus om hen voor de revisie van de milieuvergunning te benaderen. We zouden het zelf wel willen doen, maar dat was met het oog op de gevraagde tijdsbesteding en kennis geen realistische optie. Door een deel van het werk in externe handen te leggen konden we zelf voldoende aandacht blijven geven aan de interne veranderingen in ons bedrijf.”

Veranderingen

De zelfstandigheid die CSi in 2001 kreeg ging gepaard met tal van interne veranderingen. Er werden afdelingen verplaatst en enkele activiteiten verdwenen. In overleg met de Regionale Milieudienst werd duidelijk dat een revisie noodzakelijk was om een eenduidige milieuvergunning te krijgen. Bovendien wilde CSi een poedercoatinstallatie oprichten. Met deze installatie kan het bedrijf haar stalen producten een door de klant gewenst kleurtje geven. Meeuwissen vertelt over de werkzaamheden: “We hebben, mede op aanwijzingen van Kuiper & Burger, tekeningen gemaakt, alle milieuzaken geïnventariseerd die relevant zijn voor de vergunningaanvraag en de dingen die al gepland waren, zoals de poedercoatinstallatie, daarin meegenomen. De revisievergunning is nu nagenoeg geregeld en we zijn daar dik tevreden mee.”

Voordelen

Meeuwissen ziet in de samenwerking met Kuiper & Burger veel voordelen: “Het is handig als je niet zelf met de overheid hoeft te communiceren en onderhandelen. Je bent later toch weer afhankelijk van ze en dan is het goed dat een derde partij die directe contacten verzorgt. Die kan de juiste toon kiezen en heeft daar ook veel meer ervaring mee. Een ander duidelijk voordeel vond ik de moeite die we onszelf hebben bespaard om ons niet in te hoeven lezen op alle milieufacetten. Met Kuiper & Burger haalden we die voor de vergunning benodigde milieukennis in huis. Dat werkte prettig. De contacten waren pragmatisch en ongedwongen. Kuiper & Burger kon precies aangeven wat wel en niet nodig was en handelde het invullen van de vergunningaanvraag verder af. Ook werkte het inschakelen van een externe partij als een stok achter de deur. Zo’n vergunningtraject vergt nogal wat tijd en onze aandacht is dan al snel weer op onze dagelijkse operatie gericht. Kuiper & Burger hield ons echter bij de les.”

Vervolg

Een vervolg op de samenwerking ligt in het verschiet. Meeuwissen: “Bij toekomstige projecten zullen we zeker niet schromen om Kuiper & Burger te benaderen voor ondersteuning. Er zijn altijd interessante ontwikkelingen gaande bij een bedrijf als CSi. Wat het vervolg precies wordt, daar denken we nog over na.”

Wanneer de overheid nadruk legt op risicobeheersing, dan heeft dat voor de burger en voor het bedrijfsleven een veiligheidsbevorderende uitwerking. Immers, door risicobeheersing worden procedures nauwkeuriger en wordt de naleving van procedures zorgvuldiger. Bij de provincie Noord-Holland wordt erkend dat certificering met ISO-9001 een belangrijke voorwaarde voor risicobeheersing is.

Het Betere Werk

Aan het woord is Ruud Veltmeijer, hoofd van het bedrijfsbureau van de provincie Noord- Holland en als zodanig tevens formeel directievertegenwoordiger voor het kwaliteitszorgsysteem. Over de aanleiding tot certificering vertelt hij: “De directe procedurele aanleiding vormde de in 2001 verschijnende IPO-nota (Interprovinciaal Overleg) ‘Het Betere Werk’. Daarbij ging het om een aan de ISO-9001 gelinkte set kwaliteitscriteria voor vergunningverlening. Alle provincies zouden eind 2003 aan die criteria moeten voldoen. Ook ons college heeft toen de intentieverklaring ondertekend. In 2003 is een hernieuwd concept van de IPO-nota ‘Het Betere Werk’ verschenen. Ook hieraan heeft ons college zich gecommitteerd. Nu werd afgesproken dat elke provincie eind 2004 niet alleen zou beschikken over een ISO-9001 gecertificeerd kwaliteitszorg voor ‘vergunningverlening’ maar ook voor ‘handhaving’.” Het management team van de afdeling Milieubeheer en Bodemsanering van de provincie Noord-Holland heeft in 2002 een nog ambitieuzer besluit genomen. Ruud vertelt hierover: ”Onze afdeling ambieerde om al eind 2003 aan de ISO-norm voor vergunningverlening en handhaving te voldoen. Maatschappelijke en dus onderliggende aanleiding vormde het verhoogde risicobewustzijn door maatschappelijke rampen zoals: de cafébrand in Volendam en de vuurwerkramp in Enschedé. Tekortkomingen op het vlak van vergunningverlening en handhaving kunnen immers aan het ontstaan van dit soort rampen bijdragen. Voor ons een extra behoefte om risico’s te beperken of te beheersen door middel van een goed opgezet kwaliteitszorgsysteem.”

Certificeringstraject

Omdat de provincie de noodzaak van certificering inzag zijn er in het certificeringstraject nagenoeg geen obstakels geweest. Vrij snel was er een breed draagvlak binnen de afdeling voor het ingezette traject. Wel heeft de certificering ertoe geleid dat procedures op onderdelen aangescherpt zijn. En taken, waarover geen formele afspraken bestonden zijn geformaliseerd. Ook zijn parallelle en vergelijkbare procedures binnen verschillende bureaus geüniformeerd. Ruud Veltmeijer: “De aanloop tot certificering duurde een kleine twee jaar. Het ging om een intern traject binnen onze afdeling. Op momenten is er wel betrokkenheid en advisering van de zijde van de concern controller geweest. Interne trekker was de kwaliteitscoördinator van onze afdeling Milieubeheer en Bodemsanering. Opdrachtgever was het hoofd Bedrijfsbureau van onze afdeling. Alle activiteiten in het kader van het certificeringstraject werden besproken en uitgezet in een Advies- en Overlegwerkgroep. Daaraan namen het hoofd Bedrijfsbureau, de kwaliteitscoördinator, zes vertegenwoordigers van de diverse bureaus van de afdeling en ook Kuiper & Burger deel. Daarnaast zijn nog ongeveer 10 mensen ingezet als auditor.

Taakverdeling

“Aanvankelijk vervulde Kuiper & Burger een coördinerende rol. Het proces werd door hen getrokken, waarbij onze afdeling de inhoudelijke input leverde. Begin 2003 is er een kwaliteitscoördinator bij de afdeling aangesteld. Vanaf dat moment werd de rol van Kuiper & Burger primair adviserend in de richting van de kwaliteitscoördinator. Kuiper & Burger werd steeds meer van een procestrekker een procesbegeleider. Kuiper & Burger is erin geslaagd de afdeling procesmatig en vakinhoudelijk op excellente wijze te ondersteunen. Maar het bureau is er ook in geslaagd het product en de bijbehorende kennis en beleving iets van de afdeling te laten zijn. Hun begeleiding was aanvankelijk zeer intensief; wel drie dagen per week. Maar vanaf voorjaar 2003 was de begeleiding beperkt tot twee dagdelen. Het beheer van de certificering ligt nu bij de kwaliteitscoördinator. Voor elk proces is een proceseigenaar aangewezen die ervoor moet zorgen dat procedures aan de maatschappelijke en wettelijke actualiteit worden aangepast. Verantwoordelijk voor iedere procedure is steeds een lid van het management team.” aldus Ruud Veltmeijer.

Berichten paginering